Agressie versus Assertiviteit

Van de week belde ik na een mooie agressietraining Suzanne. En kreeg ik een ‘nee’ op een verzoek. Krijg ik wel vaker. Maar deze ‘nee’ bleef bij mij hangen omdat ze daarna zei: ”ik ben alleen maar assertief!” Daar was ik het niet helemaal mee eens. Het gesprek ging zo:
Ik: Hé Suzanne, hoi.
Zij: Hé Luus.
Ik: Hoi, Ik heb een vraag. 
Zij (onderbreekt): Even heel snel, want ik heb het ontzettend druk.
Ik: Ja, dat weet ik. En ik heb het ook ontzettend druk en daarom vraag ik het jou. Volgende week met die bijeenkomst, ik wil jou vragen om dat voor te bereiden.
Zij: Oh dat gaat me niet lukken.
Ik: Ja maar weet je, ik heb deze week allerlei afspraken, ik zie geen gaatje om dit erbij … 
Zij (onderbreekt): Ik moet nee zeggen. Ik heb het zo enorm druk.
Ik: Ja, weet je, ik ook en voor jou is dit zo gemakkelijk te doen. Vorige keer heb jij dat ook zo geweldig gedaan. Voor jou is het minder werk …
Zij (onderbreekt met stemverheffing): hoor je mij? Ik zeg je dat het nu niet kan! Een andere keer graag, deze week niet!
Ik: Oké. Je gaat het echt niet doen…
Zij: Nee, het gaat echt niet lukken.
Ik: Heb je het ook zo druk?
Zij: Ja, enorm.
Ik: Oké, dan ga ik even verder kijken.
Zij: Da’s goed. Veel succes. En ja, ik ben alleen maar assertief!
Ik: O, oké, tot morgen.
Zij: ja, tot morgen.


Assertiviteit = nee zeggen?!?
Ik begrijp dat zij dit als assertief gedrag ervaart. Ze is immers voor zichzelf opgekomen. Ook ik voelde mij assertief in het vragen voor haar hulp. Zo kwamen we allebei op voor ons belang. En toch zat het mij niet lekker.

Bij assertief zijn denken we vooral aan ‘nee’ zeggen als we iets niet willen doen. Of zeggen hoe jij het wilt, zoals ik met dit verzoek. Maar hoe doe je dit nu als de belangen niet overeenkomen en je allebei zogenaamd assertief bent?

In dit gesprek doet Suzanne het best aardig. Alleen het ‘Ik hoor je mij?’ komt er zo heftig uit en voelt voor mij bijna agressief. Maar dat is misschien wel oké, want Ik blijft maar doordrammen. Dan mag Suzanne haar woorden best wat kracht bijzetten – toch?

Assertiviteit versus agressiviteit
Ik vind dat Suzanne in dit voorbeeld niet assertief is. Assertiviteit betekent voor mij ‘opkomen voor jezelf met behoud van de relatie’. Maar dat doet Suzanne niet: zij komt alleen op voor zichzelf en heeft geen aandacht voor de relatie. Alles wat zij zegt, is gericht op wat zíj wil. Dat is niet assertief, want wat gebeurt er met de relatie?

Ook ik heb geen aandacht voor de relatie

Ik zit duidelijk in de stress. Ik heb zitten tobben hoe ik alles in vredesnaam voor elkaar moet krijgen. Naast een aantal agressietrainingen, moet ik ook nog een aantal trainingsplannen schrijven. En dan bedenk ik dat ik het kan delegeren of minstens om hulp moet vragen aan Suzanne. Zij heeft het de vorige keer ook zo fantastisch gedaan. Ik weet dat ze het druk heeft maar toch ….– en dan zegt zij nee. Dat is een teleurstelling, dus probeert ik het nog even met de argumenten die ik vooraf bedacht heb, omdat ik het ook goed van mezelf vind om hulp te vragen! Wanneer Suzanne dan nog krachtiger zegt dat zij het niet doet (‘hoor je mij!?’) voel ik mij nog lulliger. Ik krijg niet wat ik wil en heb bovendien het gevoel dat Suzanne mij irritant vindt.

Een aantal gedachten die door mij heen gingen: ‘Nou, fijn dat ze zoveel begrip heeft voor mijn stress! Wanneer zij mij straks iets vraagt zeg ik ook nee! Bekijk het maar!”

Dat Ik nog zo vriendelijk afscheid neem, klopt niet met hoe ik mij voel: Behoorlijk rot!

Hoe kan het beter?
Hoe kan Suzanne het verzoek van mij weigeren en toch aandacht hebben voor mijn beleving? Dat lukt wanneer zij haar ‘nee’ geeft met een beetje aandacht voor hoe het met mij is. Ook ik had mijn verzoek kunnen doen met aandacht voor hoe het met haar is. Met iets meer tijd en aandacht voor elkaar krijgen we dan een fijn gesprek, terwijl de klus nog steeds niet overgenomen wordt.

Welke stappen moeten wij daarvoor zetten?

Zorg eerst voor de relatie!
1.De verzoeker:
– Kijk en luister naar de persoon aan wie je een verzoek doet. Zeg daar eerst iets over: “ik weet dat jij het ook heel druk hebt. Toch heb ik een verzoek aan jou.”
– Doe dan het verzoek met daarbij de mate van belang: “het is echt heel belangrijk voor mij.”

1a. De verzoek-weigeraar:
– Laat de ander uitpraten en geef aandacht aan het gevoel. Zeg bijvoorbeeld iets aardigs over haar stres. ‘Je hebt het echt loeidruk he? En ik begrijp dat dit belangrijk voor je is.’

2. Zeg daarna ‘nee’
– ‘Het spijt me. Ik heb het zelf zo druk dat ik het niet wil doen.’

3. Zorg dan weer voor de relatie
– Als je de argumenten herhaalt, toon je begrip voor het verzoek en het belang. ‘Je dacht mij te vragen omdat ik het eerder gedaan heb en mij minder tijd zou kosten? Het zou fijn zijn als ik het van je kan overnemen.’ Laat dan een stilte vallen.
– Doordat je begrip toont en een stilte laat vallen, dringt de boodschap echt door tot de ‘verzoeker’: ‘Oké, zij kan het niet doen, maar zij begrijpt mij wel.’
– Je kunt nogmaals je ‘nee’ herhalen. Zeg daarbij wel dat je begrijpt dat het heel vervelend is voor de ‘verzoeker’.
– Misschien kun je hulp aanbieden in het meedenken naar een alternatief: ‘wie zou je nog meer kunnen vragen? Of kun je dit anders oplossen?”

Assertiviteit = aandacht voor jezelf én voor de ander
Het grote misverstand over assertiviteit is dat je alleen opkomt voor jezelf. Als mensen op die manier het gaan toepassen, krijg je een slechte sfeer en verstoorde relaties. Echte assertiviteit is voor mij dat je hard op de inhoud bent en zacht op de relatie. Je maakt er een sandwich van en wisselt de aandacht voor je eigen belang af met aandacht voor de ander. Zonder toe te geven, maar wel in een goede sfeer.
Zo houd je de lijnen open: ieder is vrij om hulp te vragen, maar ook om dingen te weigeren. Als je leert om op deze manier ‘nee’ te zeggen, is het veiliger om het in de praktijk toe te passen, want je weet dat je de verhoudingen niet op het spel zet.

Contact maken met de ander

  • Begrip tonen

  • Luisteren (echt luisteren, niet alleen uit laten praten)

  • Doorvragen op de ander

  • Samenvatten van wat de ander wil en vindt

  • Open lichaamshouding

Contact met je zelf, stevig zijn.

  • Boodschap kort en helder

  • ‘Ik’ zeggen

  • Oogcontact

  • Boodschap herhalen (zo nodig)

  • Grenzen stellen (zo nodig)

  • Niet (te veel) argumenteren

Veel succes en werkplezier!
Lucia Looijestijn

BROCHURE DOWNLOADEN >>
Nu offerte aanvragen >>